De belangrijkste taak van de Commissie Beschermde Cultuurgoederen is het onderzoeken of voorwerpen en verzamelingen onvervangbaar en onmisbaar zijn voor Nederland en daarom wettelijk beschermd moeten worden. Zij doet dit aan de hand van beschermingscriteria uit artikel 3.7 van de Erfgoedwet die gaan over: de cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis en de bijzondere schoonheid van voorwerpen. Ook moeten de voorwerpen en verzamelingen onvervangbaar en onmisbaar zijn voor Nederland. De commissie geeft advies aan de minister van OCW bij de aanvraag van een exportvergunning en een voorstel van een eigenaar.
De commissie kan worden ingeschakeld bij de aanvraag van een exportvergunning. Wanneer een eigenaar van een bijzonder voorwerp dit wil verkopen buiten de Europese Unie is er vaak een exportvergunning nodig. Of deze vergunning nodig is hangt af van de financiële waarde en de leeftijd van het voorwerp. De commissie kan advies geven aan de minister van OCW over de beschermwaardigheid van het voorwerp.
Een eigenaar van een bijzonder voorwerp of verzameling kan ook zelf een voorstel tot aanwijzing of afvoering van een beschermd cultuurgoed of verzameling indienen. De commissie geeft advies aan de minister van OCW over dit voorstel. Meer informatie hierover vindt u op de pagina Procedure.
Ook kan de commissie uit zichzelf een advies geven aan de minister over de beschermwaardigheid van cultuurgoederen en verzamelingen van particulieren.